Eindelijk meer rechtsbescherming bij invordering vanaf 2027
NIVO 2025 - 25
Vanaf 1 januari 2027 krijgen burgers en ondernemers meer rechten als zij uitstel van betaling of kwijtschelding van belasting aanvragen. Ze kunnen dan naar de rechter als de Belastingdienst hun bezwaar afwijst. Dit is een grote verandering, want nu is dat nog niet mogelijk. Ik neem u hieronder mee in wat gaat komen.
Hoe werkt het nu?
Als iemand een verzoek doet om uitstel van betaling of kwijtschelding van belasting, beoordeelt de ontvanger van de Belastingdienst dit verzoek. Als het verzoek wordt afgewezen, kan de persoon alleen nog administratief beroep aantekenen bij de Directeur van de Belastingdienst. Deze bekijkt de zaak opnieuw, maar is zelf ook onderdeel van de Belastingdienst. Dat roept al jaren kritiek op: het voelt alsof “de slager zijn eigen vlees keurt”. De belastingschuldige heeft - als de Directeur het eerder genomen besluit handhaaft - daarna geen mogelijkheid meer om naar de rechter te gaan.
Wat verandert er vanaf 2027?
Vanaf 2027 wordt het anders. Dan ontvangt de belastingplichtige een officiële beschikking van de Belastingdienst waarop bezwaar kan worden gemaakt. Tijdens die bezwaarprocedure bij de Belastingdienst wordt er in beginsel niet ingevorderd, daarmee krijgt de belastingplichtige in feite extra uitstel van betaling.
Als de Belastingdienst het bezwaar vervolgens afwijst, kan de zaak worden voorgelegd aan de belastingrechter. Dat geldt niet alleen voor een volledige afwijzing, maar ook bijvoorbeeld als de Belastingdienst minder uitstel geeft dan gevraagd.
Dit is goed nieuws voor burgers en ondernemers, want het betekent dat zij niet meer alleen afhankelijk zijn van de Belastingdienst zelf. Er komt een onafhankelijke beslissing door de rechter.
Wat zijn de gevolgen?
De Belastingdienst verwacht dat er meer bezwaren en rechtszaken zullen komen.
Daar zijn ook extra medewerkers voor nodig. Daarnaast verandert het werk van de invorderaar. Die moet beter kunnen uitleggen waarom bepaalde beslissingen zijn genomen.
Geen automatische pauze van invordering starten rechtszaak
Let op! Het starten van een rechtszaak betekent niet automatisch een ‘tijdelijk stop’ op de invordering. De reden hiervan is dat een dergelijke procedure een behoorlijke lange tijd kan duren. De Belastingdienst kan dus toch geld innen terwijl de rechtszaak loopt.
Wel kan de belastingplichtige de rechter verzoeken in een voorlopige voorzieningenprocedure (lees: soort van kort geding) om toch de invordering door de Belastingdienst te schorsen.
Conclusie
Vanaf 2027 krijgen burgers en ondernemers, in mijn beleving, de terechte rechtsbescherming.
Ik verwacht ook dat er veel meer procedures bij de rechter komen.
Belastingplichtige zullen de rechtsgang vaak aan gaan grijpen als een laatste strohalm.
Enerzijds in de hoop dat de rechter alsnog oordeelt dat de Belastingdienst ten onrechte het verzoek van de belastingplichtige heeft afgewezen en anderzijds om “tijd te winnen”.
Maar bij dat laatste moet de rechter dan wel bij voorlopige voorziening de invordering van de Belastingdienst ook nog eens opschorten. Ik verwacht dat dit laatste veel zal gaan gebeuren.
Mijn ervaring is dat dit soort zaken financieel (zeer) complex zijn en een rechter moet dan in zeer korte tijd beslissen of de invordering wordt stopgezet of niet. Mijn verwachting is dat de Belastingplichtige - waarschijnlijk achteraf ten onrechte – in de meeste gevallen het voordeel van de twijfel gegund zal krijgen.
Maar eerlijk is eerlijk. Deze aanpassing werd tijd!